aaaaaaaaaaaaah ik was met mijn vrienden op pad.we gingen naar p kardi.we vergaten altijd water.we hadden altijd dorst.er waren anderen ze kwamen ze verbroken de hele mach.we speelden met hun. we zoekten dan een beetje.we hadden daar ruzie.iemand had ook smusie we zijden geef een klijn slokje.in eeen kopje.in een wondje.maar geen hondje.ook geen bonetje.en zeker geen longetje.je moet delen met peren en niet beren we drinken ook nie van de meren.op school moet iedereen leren.en luisteren naar de heren. dus je moet iemand iets gunnen.water vullen.en ook aan dunnen.×2 dus je moet iemand iets geven.en verschilende keren.en zeker geen veren.er zijn er ze hebben geen benen.dan gaan ze lenen. dus je moet iemand iets gunnen water vullen.en ook aan dunnen.×2 dus je moet iemand bedanken.je maakt vuur met houten planken.en dan moet je bomen zagen.en niet klagen.en plagen. dus je moet iemand iets gunnen.water vullen.en ook aan dunnen.×8.